Als we in een groep lopen, dient iedereen zich te schikken naar degene die de groep leidt. Hij of zij is verantwoordelijk voor de groep.
De groep dient op aangeven van de leider links (of rechts) van de weg te gaan lopen. Niet opsplitsen dus, maak het voor de overige weggebruikers niet extra onoverzichtelijk.
Bij het oversteken van een weg dient dat via de voetgangers oversteekplaats te gebeuren als die binnen 30 meter ligt.
Een gemarkeerde oversteekplaats is geen garantie voor veiligheid; hardlopers dienen ook zelf op het overige verkeer te letten, zeker in het donker.
Als er geen voetpad is, maak dan gebruik van het fietspad.
Als er geen voetpad of fietspad is, maak dan gebruik van de weg. Loop in dat geval altijd tegen het verkeer in. Dat betekent dat je op de weg aan de linkerkant moet lopen.
Buiten de bebouwde kom kan het soms veiliger zijn om als uitzondering de rechter weghelft op te zoeken, bijvoorbeeld bij een onoverzichtelijke bocht. De leider geeft hiervoor dan het signaal.
Ga ervan uit dat het tegemoetkomend verkeer jou niet ziet en blijf zelf kijken naar het verkeer.
Een reflecterend hesje tijdens duisternis (in herfst en winter) is verplicht. Daarbij een roodknipperende armband aan de rechterarm is nog beter.
Zorg dat vooral de voor- en achterkant van de groep, behalve door de verplichte reflecterende kleding ook zichtbaar is door knipperende lichten.
Draag kleding met opvallende kleuren.
Maak elkaar door roepen of gebaren attent op oneffenheden in de weg en obstakels, als paaltjes, elektriciteitskasten, etc.
Loop altijd een route die je goed kent en die je al een paar keer bij daglicht hebt gelopen. Je weet dan waar de kuilen, opstapjes en afstapjes zitten.
Laat nooit een loper/wandelaar alleen achter!
De trainer of leider heeft een mobiele telefoon en een EHBO-tasje bij zich.
